De korenslang (Pantherophis guttatus) is een van de populairste slangen om als huisdier te houden, en dat is niet zonder reden. Ze hebben een enorme variëteit aan prachtige kleuren en patronen, zijn gemakkelijk te verzorgen en te kweken, en staan bekend om hun rustige karakter. Korenslangen worden niet te groot, waardoor ze stevig genoeg zijn voor regelmatige omgang, maar ook niet zo groot dat ze beginners of kinderen afschrikken. Ze zijn gemakkelijk te kweken en te verzorgen, met veel verschillende genetische variaties, waardoor ze interessant zijn voor zowel beginners als ervaren slangenliefhebbers.

**Beschikbaarheid:** Korenslangen zijn gemakkelijk te vinden in dierenwinkels, op reptielenbeurzen, online en bij fokkers. Het wordt aangeraden om voor een captive-bred exemplaar te kiezen vanwege de mooie kleurvariaties, de hogere kans op een gezonde slang zonder parasieten, en de beschikbare informatie over hun leeftijd, geschiedenis en afkomst.

**Grootte en levensduur:** Korenslangen komen uit het ei met een lengte van 20 tot 30 centimeter en kunnen uiteindelijk 1,2 tot 1,7 meter lang worden. Met goede zorg kunnen ze minstens 15 jaar oud worden, en sommigen halen zelfs de 20 jaar. Ze blijven vaak tot 10 tot 12 jaar voortplantingsactief, soms zelfs langer.

**Huisvesting:** Baby-korenslangen kunnen de eerste maanden in een kleine plastic bak leven. Volwassen exemplaren hebben minimaal een terrarium van 75 liter nodig, maar groter is beter. Slangen zijn geen sociale dieren en moeten alleen worden gehouden om stress te voorkomen. Zorg ervoor dat de kooi ontsnappingsproof is, want slangen zijn ontsnappingskunstenaars. Klimgerei kan handig zijn, maar donkere schuilplaatsen zijn essentieel.

**Verlichting en temperatuur:** Speciale verlichting is niet nodig, maar natuurlijk licht kan helpen om het dag- en nachtritme van de slang te reguleren. Zorg voor een temperatuurgradient in het terrarium, met een warme kant van ongeveer 35 graden Celsius en een koele kant rond kamertemperatuur (laag in de 24 graden). Een lange schuilplaats die aan één kant koel en aan de andere kant warm is, kan ideaal zijn.

**Verzorging:** Vochtigheid moet goed worden beheerd om schimmel en bacteriën te voorkomen. Als de slang zijn huid in stukken verliest, kan de vochtigheid in de schuilplaats verhoogd worden door vochtig mos toe te voegen. Verwijder het vochtige materiaal tussen de vervellingen door.

**Bodemsubstraat en voedsel:** Aspen snakebedding zijn populair als bodembedekking omdat ze absorberend en zacht zijn. Zand, is ook een geschikt bodembedekking al wordt er geclaimd dat het meehappen van zand kan leiden tot verstoppingen. Zelf hou ik al 30 jaar korenslangen en heb nog nooit een slang met verstoppingen meegemaakt. Korenslangen eten voornamelijk knaagdieren van passende grootte (dikte van buik). Jonge slangen beginnen meestal met pasgeboren muizen, terwijl volwassen slangen grotere muizen eten. De meeste slangen leren snel om ontdooide muizen te eten, hoewel sommige in het begin levend voedsel nodig hebben.

**Water:** Zorg altijd voor vers water in een stevige, ondiepe schaal. Plaats deze in een hoek van het terrarium, zodat de slang deze gemakkelijk kan vinden tijdens het verkennen.

**Omgang en temperament:** Jonge korenslangen kunnen nerveus en defensief zijn, maar ze kunnen je geen echte schade toebrengen. Het is belangrijk om een nieuwe slang tijd te geven om te acclimatiseren voordat je begint met hanteren. Na een paar weken en succesvolle maaltijden, kun je beginnen met kortdurende omgang. Benader de slang voorzichtig en met vertrouwen, zodat deze niet schrikt. Met geduld en regelmatige omgang worden korenslangen meestal snel tam.